Kies een routebeschrijving:

Roemruchte reizigers die jou in deze etappe voorgingen

Onderweg

De Elft, even buiten de poorten van Grave, stond door de eeuwen heen bekend om zijn ruime horeca-aanbod. Afgezien van de moderne snackbar Lepoutre (bovenste foto) en vrachtrijderscafé De Elft even verderop, is daar weinig meer van over. De uitspanning op de onderste foto, De Kleine Elft, stond schuin tegenover het huidige Lepoutre (kruispunt Elftweg-Monseigneur Borretweg), maar dan te ver naar voren om in 1971 ruimte te bieden voor een aan te leggen rotonde. Het befaamde café werd dus maar gesloopt. Voor meer informatie over het rijke kroegleven in het De Elft van vroeger, waarbij onder anderen onze roemruchte reiziger Adriaan van der Willigen van zich doet spreken, klik op de afbeelding.
De Elft, even buiten de poorten van Grave, stond door de eeuwen heen bekend om zijn ruime horeca-aanbod. Afgezien van de moderne snackbar Lepoutre (bovenste foto) en vrachtrijderscafé De Elft even verderop, is daar weinig meer van over. De uitspanning op de onderste foto, De Kleine Elft, stond schuin tegenover het huidige Lepoutre (kruispunt Elftweg-Monseigneur Borretweg), maar dan te ver naar voren om in 1971 ruimte te bieden voor een aan te leggen rotonde. Het befaamde café werd dus maar gesloopt. Voor meer informatie over het rijke kroegleven in het De Elft van vroeger, waarbij onder anderen onze roemruchte reiziger Adriaan van der Willigen van zich doet spreken, klik op de afbeelding.
Als je in de 16e eeuw wandelend van Grave naar Heesch even voorbij Mun een galg op een heuvel in zicht kreeg, wist je dat je er bijna was. Vanuit het Land van Ravenstein kwam je dan weer op Brabantse bodem. De Ravensteiners hadden hun galgenveld aan de grens van hun gebied als afschrikwekkend voorbeeld. Later verplaatsten ze het galgenveld naar de oostelijke grens bij De Bolt. De heuvel tussen Mun en Heesch bleef ook daarna tot de verbeelding spreken. Volgens een volksverhaal ontmoetten wandelaars op de heide weleens een kabouter met de naam Hans Joppen. Die wandelde een tijdje mee. Bij de heuvel aangekomen zei hij goedendag en verdween onder de grond. Vandaar de naam Hans Joppenberg. De heuvel maakt eigenlijk deel uit van een groep grafheuvels van rond 700 voor Chr. In de jaren 30 van de vorige eeuw werd het terrein door archeologen onderzocht. Deze grootste grafheuvel bevatte een rijk graf van een voornaam iemand. Tegenwoordig is de heuvel dan ook beter bekend onder de naam Vorstengraf. Rond 2000 werd op het terrein opnieuw archeologisch onderzoek gedaan en werd van het Vorstengraf een monumentale site gemaakt, die een bezoekje waard is. Voor meer informatie klik op de afbeelding hierboven. (De afbeelding is een impressie door Raf Timmermans voor het archeologisch onderzoeksrapport uit 2007.)
Als je in de 16e eeuw wandelend van Grave naar Heesch even voorbij Mun een galg op een heuvel in zicht kreeg, wist je dat je er bijna was. Vanuit het Land van Ravenstein kwam je dan weer op Brabantse bodem. De Ravensteiners hadden hun galgenveld aan de grens van hun gebied als afschrikwekkend voorbeeld. Later verplaatsten ze het galgenveld naar de oostelijke grens bij De Bolt. De heuvel tussen Mun en Heesch bleef ook daarna tot de verbeelding spreken. Volgens een volksverhaal ontmoetten wandelaars op de heide weleens een kabouter met de naam Hans Joppen. Die wandelde een tijdje mee. Bij de heuvel aangekomen zei hij goedendag en verdween onder de grond. Vandaar de naam Hans Joppenberg. De heuvel maakt eigenlijk deel uit van een groep grafheuvels van rond 700 voor Chr. In de jaren 30 van de vorige eeuw werd het terrein door archeologen onderzocht. Deze grootste grafheuvel bevatte een rijk graf van een voornaam iemand. Tegenwoordig is de heuvel dan ook beter bekend onder de naam Vorstengraf. Rond 2000 werd op het terrein opnieuw archeologisch onderzoek gedaan en werd van het Vorstengraf een monumentale site gemaakt, die een bezoekje waard is. Voor meer informatie klik op de afbeelding hierboven. (De afbeelding is een impressie door Raf Timmermans voor het archeologisch onderzoeksrapport uit 2007.)

Meer info onderweg vind je bij de routebeschrijvingen

Fragment uit een kaart uit 1663 van de omgeving van Nijmegen door Joan Blaeu. Vanuit Grave gaan twee hoofdwegen verder Brabant in. De meest zuidelijke naar Eindhoven, de andere naar Antwerpen.
Fragment uit een kaart uit 1663 van de omgeving van Nijmegen door Joan Blaeu. Vanuit Grave gaan twee hoofdwegen verder Brabant in. De meest zuidelijke naar Eindhoven, de andere naar Antwerpen.

-› -› -› In deze tweede etappe kun je net als in de eerste etappe kiezen uit een rustige toeristische route en een snelle, drukkere fietsroute.

Die laatste volgt het tracé van de eeuwenoude heirbaan naar ‘s-Hertogenbosch.

 

De toeristische route gaat grotendeels over de noordelijk gelegen verbindingswegen tussen de dorpen Reek, Schaijk en Mun, en daarna over het pad van de bedevaartgangers naar de Willibrordusput ten noorden van Heesch, op het grondgebied van Oss (zie afbeelding).

Pelgrims kozen vaak deze route langs de Willibrordusput. Volgens de overlevering zou Sint Willibrordus (658-739) op deze plaats hebben gepredikt en gedoopt. Eeuwenlang vonden er bedevaarten plaats naar de put, waarvan het water zou helpen als een werkzaam middel tegen koorts en kinderziekten.

 

Bij Paalgraven komen de snelle route en de toeristische route tijdelijk samen. Van daar af kunnen wandelaars en fietsers van de toeristische route eventueel overstappen naar het laatste stukje van de snelle fietsroute, die vandaar af eveneens ‘toeristisch’ en wandelbaar is. In dat geval eindigt de etappe niet bij het Willibrordusputje, maar nabij het centrum van Heesch.

Kies een routebeschrijving:

Op deze kaart uit 1794 van Hendrik Verhees zijn door een onbekende functionaris met een rood potlood de eerste lijnen uitgezet voor de straatweg van Grave naar 's-Hertogenbosch. Tussen 1818 en 1836 werd deze weg gerealiseerd, grotendeels volgens de hier getekende route, die maar weinig afwijkt van de oorspronkelijke zandweg over de heide. Binnen de kom van Heesch leidde het streven naar een minder bochtig tracé wel tot enkele radicale ingrepen. Hieronder een plankaart uit 1817 van het traject bij Heesch. Duidelijk is te zien hoe sommige woningen gedoemd waren te verdwijnen. In 1973 werd noordelijk van de straatweg een snelweg met ongelijkvloerse kruisingen (de A59) in gebruik genomen. Diverse oude verbindingen van noord naar zuid kwamen toen te vervallen. Nog meer oude verbindingen kwamen aan hun eind bij de aanleg in 1978 van het verkeersknooppunt Paalgraven ten oosten van Heesch en de aansluiting op de A50 richting Eindhoven in 2007.
Op deze kaart uit 1794 van Hendrik Verhees zijn door een onbekende functionaris met een rood potlood de eerste lijnen uitgezet voor de straatweg van Grave naar 's-Hertogenbosch. Tussen 1818 en 1836 werd deze weg gerealiseerd, grotendeels volgens de hier getekende route, die maar weinig afwijkt van de oorspronkelijke zandweg over de heide. Binnen de kom van Heesch leidde het streven naar een minder bochtig tracé wel tot enkele radicale ingrepen. Hieronder een plankaart uit 1817 van het traject bij Heesch. Duidelijk is te zien hoe sommige woningen gedoemd waren te verdwijnen. In 1973 werd noordelijk van de straatweg een snelweg met ongelijkvloerse kruisingen (de A59) in gebruik genomen. Diverse oude verbindingen van noord naar zuid kwamen toen te vervallen. Nog meer oude verbindingen kwamen aan hun eind bij de aanleg in 1978 van het verkeersknooppunt Paalgraven ten oosten van Heesch en de aansluiting op de A50 richting Eindhoven in 2007.